Welk audioformaat is het beste? Wav? MP3? AAC?
Je kunt makkelijk verdwalen in het oerwoud van audioformaten. Elk audioformaat heeft voors en tegens. En wanneer iets een ‘voor’ of een ’tegen’ is, hangt vooral af van wat je met de audio wil doen: podcasts of voice-overs opnemen, muziek opnemen of mixen, of gewoon zo veel mogelijk muziek op je iPhone zetten. Tijd voor wat verheldering!
16 bit, 24 bit?
De bits bepalen hoe groot het dynamisch bereik is wat je kunt opnemen. Dit is het verschil tussen het hardste en het zachtste geluid. Hoe meer bits, hoe groter het dynamisch bereik. Bij het opnemen van audio zou ik dus altijd 24 bit kiezen: Dan is je dynamische bereik groter dan bij 16 bit. Meer ruimte dus voordat het gaat oversturen. En je kunt harder opnemen, waardoor je de ruis die de microfoon of het opnameapparaat produceert (zelfruis) ook minder hoort.
44.1, 48 or 96 kHz?
Dit is de ‘samplefrequentie’. Lijkt een beetje op ouderwetse film. Hier werd om de zoveel tijd een fotootje gemaakt (bijvoorbeeld 24 keer per seconde). Als je al deze fotootjes heel snel achter elkaar laat zien, lijkt het beeld te bewegen. Bij digitale audio wordt er ook om de zoveel tijd een ‘fotootje’ gemaakt, maar dan van de geluidsgolf. Als je ze achter elkaar afspeelt, hoor je de hele geluidsgolf weer terug. Bij 44.1 kHz wordt er dus 44100 keer per seconde een fototje gemaakt van de geluidsgolf. Bij 48 kHz 48000 keer, etc.
Handig om te weten: Hoe hoger de sample frequentie, hoe beter de hoge tonen weergegeven kunnen worden. Voor broadcast (radio en TV) en vaak ook online video wordt veel gebruik gemaakt van 48 kHz. Voor muziek opnames verschilt het heel erg. Allebei de opties klinken trouwens prima! Zorg er altijd voor dat binnen hetzelfde project alle audio dezelfde samplefrequentie heeft.
kBps en datareductie
Bij audioformaten die datareductie toepassen (komen we nog op terug) heb je te maken met kBps, Kilobit Per Seconde. Dit is de bitrate. Eigenlijk een manier om aan te geven hoeveel bits er per seconde verwerkt worden. Dit is handig om rekening mee te houden als je bijvoorbeeld gaat streamen. Hoe meer bits je per seconde moet verwerken, hoe lastiger dat is voor de internetverbinding. Dus hoe minder kBps, hoe beter in dat opzicht. Maar het gaat helaas ten koste van de geluidskwaliteit. Want om de bitrate omlaag te krijgen, is er een manier bedacht om het audiobestand kleiner te maken. Gewoon door geluidsinformatie uit de audio te verwijderen (= datareductie) die voor het menselijk gehoor vrijwel onhoorbaar zou zijn. Maar ja, als je teveel bits weggooit, hoor je het op een gegeven moment toch wel. Helemaal onderin op deze pagina een voorbeeld van een MP3 waar veel datareductie is toegepast. Je hoort meteen allerlei bijgeluiden.
Formaten die datareductie toepassen, zijn bijvoorbeeld MP3 en AAC (komen we hieronder nog op terug). En daarbij kun je bij het wegschrijven van zo’n audiobestand zelf kiezen wat de bitrate is. Vanaf 320 kBps is het bijna onhoorbaar dat er überhaupt datareductie toegepast is. Voor spraak (bijvoorbeeld een podcast ) is soms 64 kBps al acceptabel, maar ik zou adviseren om zeker voor 128 kBps gaan. Voor muziek ga je dus liever nog wat hoger, vanaf 256 kBps wordt het acceptabel en vanaf 320 kBps is de datareductie in veel gevallen dus onhoorbaar.
Verschillende formaten
Net zoals je een tekstbestand kan opslaan als .doc maar ook als .txt, kun je ook audio in verschillende formaten opslaan. Hieronder de vier meest gangbare formaten.
- MP3
MP3 past datareductie toe. Dit wil zeggen dat er informatie uit de audio wordt verwijderd die voor het menselijk gehoor vrijwel onhoorbaar zou zijn. Zo wordt het MP3 bestand veel kleiner en is het bijvoorbeeld makkelijker te mailen of streamen. Hoe meer datareductie je toepast, hoe kleiner het bestandje wordt, maar je levert natuurlijk ook in op kwaliteit. Hieronder een flink gecomprimeerde MP3 en een WAV file, zodat je het verschil kunt horen. Conclusie: Laat MP3 links liggen als je professioneel met audio werkt. Wat een MP3 weggooit, kun je in de mix ook niet meer tevoorschijn halen. - WAV
WAV is een audiostandaard van Microsoft (maar is uiteraard overal af te spelen, ook op Macs, iPhones, etc). Het is een ongecomprimeerd bestand, het haalt dus niets ‘weg’ uit de audio om het bestand kleiner te maken. Voor professionele doeleinden is WAV (samen met AIFF) de meest gebruikte standaard. - AIFF
AIFF (ook wel AIF) is eigenlijk de tegenhanger van WAV, maar dan van Apple. Ook dit formaat is overigens overal af te spelen, of het nu op een PC is of op een iPhone. AIFF is ook ongecomprimeerd en wordt daarom ook veel gebruikt voor professionele doeleinden. Kortom, WAV of AIFF: het maakt niet zoveel uit welke je kiest. - AAC
AAC is een andere standaard die net als MP3 gebruik maakt van datareductie. AAC zou iets beter klinken dan MP3 met dezelfde instellingen. Maar MP3 is toch veel bekender geworden, ondanks het kwaliteitsverschil. Door datareductie zou ik ook AAC niet gebruiken voor professionele doeleinden.
Welk formaat je kiest hangt dus af van wat je wil doen met de audio.
Zo veel mogelijk muziek op je telefoon zetten? Dan zou ik voor MP3 kiezen omdat dit een kleiner bestandsformaat is dan bijvoorbeeld WAV files. Audio opnemen? Dan zou ik kiezen voor 24 bit / 48 kHz of 44.1 kHz, WAV of AIFF.